Kluswijzer 6 Keuken

Kluswijzer 6 Keuken

Zelf een keuken installeren

U wilt een groter aanrechtblad met een extra spoelbak, u heeft behoefte aan ruimere keukenkasten of u bent na jaren sparen eindelijk aan die droomkeuken toe. Dan kunt u natuurlijk een nieuwe keuken door een vakman laten installeren, maar dankzij de moderne zelfbouwkeukens hoeft dat niet. Zeker wanneer u uitgaat van de bestaande aansluitingen voor gas, elektriciteit, warm en koud water en de afvoer, is de installatie heel goed zelf te doen. Deze kluswijzer vertelt er meer over.
Allereerst treft u de kwaliteitseisen aan die Woonopmaat stelt met betrekking tot het plaatsen van een keuken. Vervolgens treft u een aantal handige tips.

 

Kwaliteitseisen keuken

Voor het plaatsen van een nieuwe keuken of keukenonderdelen (kastjes, grepen, aanrechtblad) zijn de volgende kwaliteitseisen opgesteld.

Bouwkundige en veiligheidstechnische aspecten

Gas, water en elektra

Verander bij voorkeur niets aan het leidingwerk en de aansluitpunten van gas, water en elektra. Doet u dit wel, dan dient dit door een erkend installateur te worden gekeurd of te worden aangebracht.

Ventilatie

Als u een open keuken installeert, mag dat alleen als de woning is uitgerust met mechanische ventilatie. Echter, heeft u open toestellen staan (kachel/geiser) dan mag u geen open keuken plaatsen, omdat er dan gevaar ontstaat voor koolmonoxidevergiftiging.

Keukenblok

1. De kasten en de deuren moeten waterpas hangen.
2. De grepen van kastjes en laden moeten goed vastzitten.
3. De laden moeten recht worden ingehangen.
4. Gebruik bij voorkeur materiaal van spaanplaat met een densiteit (dichtheid) van 720 kg/m³ en een melamine toplaag.
5. Gebruik bij voorkeur voor het onderblok scharnieren van 96° en voor de bovenkasten van 170°.

Mengkraan

1. Het gebruik van stopkranen is aan te raden, want dan kunt u van stromend water gebruik blijven maken als u de mengkraan monteert of demonteert.
2. U moet ervoor zorgen dat de kraan niet lekt.
3. U moet een kraan plaatsen die voldoet aan het KIWA- of CE-keurmerk (bij voorkeur van het merk Grohe of Venlo).

Aanrechtblad (werkblad), spoelbak en kookplaat

1. De lengte van het werkblad moet minimaal gelijk zijn aan hetgeen oorspronkelijk in de woning zit.
2. De breedte van het werkblad moet 60 cm zijn.
3. Laat u adviseren over werkbladhoogte (doorgaans 92 cm) en de hoogte van de bovenkasten.
4. Het werkblad moet waterpas liggen en een druiprand hebben.
5. Het werkblad mag van de volgende materialen zijn: roestvrij staal, kwaliteit AISI 304 óf multiplex met kunststof afwerking (MDF-plaatmateriaal met druiprand, afgewerkt met HPL-toplaag) óf graniet.
6. De spoelbak moet zijn voorzien van een stop aan een ketting.
7. De spoelbak en de sifon moeten aangesloten worden op de rioolaansluitleiding.

Tegelwerk

1. De tegels dienen strak, vlak en waterpas te worden aangebracht (1e kwaliteit tegels).
2. De uitwendige hoeken en de beëindiging van het wandtegelwerk moeten bestaan uit tegels met geglazuurde zijde(n) of hoekprofielen.
3. De voegen mogen niet groter zijn dan 3 mm en dienen vol en zat ingewassen te worden met specialvoeg (pas voegen na twee dagen drogen).
4. De tegelstroken mogen niet kleiner dan 5 cm zijn en niet smaller dan de halve breedte.
5. De hoogte van het tegelwerk in een keuken is 1,50 m boven afgewerkte vloer ter plaatse van aanrecht, kooktoestel en koelkast.
6. De wandgedeelten achter de aanrechtopstelling hoeven niet getegeld te worden.
7. De tegels dienen te zijn voorzien van een KOMO-certificaat.
8. Het formaat van de tegels mag zijn: 10/20, 10/10, 15/15 of 20/20 cm.
9. De inwendige hoeken mogen niet gevuld worden met een voegpasta, maar dit moet gebeuren met een schimmelwerende siliconen-rubberkit (sanitairkit).
10. De tegels mogen niet geverfd worden.

Onderhoudstechnische aspecten

1. U bent zelf verantwoordelijk voor het onderhoud aan de keuken.
2. U moet een voorraad tegels achterhouden (minimaal 10% van de totale oppervlakte) voor eventuele reparatie door u of een toekomstige huurder.
3. De tegels mag u niet schilderen.

Verhuurtechnische aspecten

1. Zorg voor eenheid.
2. Gebruik lichte neutrale kleuren.
3. Inbouwapparatuur in de keuken wordt niet door Woonopmaat overgenomen.

Tip

• Leveranciers van keukens kunnen u heel goed adviseren over de hoogte, de breedte en de indeling.
• Als u wel aan verandering toe bent, maar het geheel vervangen van de keuken te ingrijpend vindt, kunt u ook alleen de grepen van de kasten en de laden vervangen. Dit geeft al een andere indruk van de keuken.

Aanbevolen materialen

Keukens die kwalitatief goed zijn, bijvoorbeeld van Bruynzeel
Kranen van Grohe en Venlo.

1. Maak een keukenplan

Het aanbod van zelfbouwkeukens bij bouwmarkten en speciaalzaken is misschien wel net zo groot als de keuze aan inbouwapparatuur. Verschillende typen kasten, laden en werkbladen met een enkele of dubbele spoelbak kunnen gecombineerd worden met een koelkast, een fornuis, een afzuigkap, een (magnetron)oven en eventueel ook een vaatwasser en een wasmachine. De stijl van de nieuwe keuken is uiteraard een kwestie van persoonlijke smaak. De indeling wordt bepaald door de beschikbare ruimte en de gewenste huishoudelijke apparaten.

Om goed duidelijk te krijgen wat de mogelijkheden zijn, is het verstandig eerst een keukenplan te maken. Teken op een stuk papier, liefst op schaal (bijvoorbeeld op millimeterpapier), de omtrek van uw huidige keuken met daarop de plaats van de gas-, elektra- en wateraansluitingen. Geef op deze tekening ook de plaats van de ramen, deuren, radiatoren en vensterbanken aan. Teken vervolgens de onder- en bovenkastjes van uw huidige keuken in de tekening. De meeste bouwmarkten en keukenleveranciers bieden de mogelijkheid voor u een keukenplan te maken. Het is daarom van groot belang dat u vooraf de juiste maten (lengte, breedte en hoogte) neemt van uw huidige keuken.
Wilt u het plan helemaal zelf uitwerken, ga dan als volgt te werk. Controleer of alle muren haaks zijn. Dat gaat eenvoudig door middel van een driehoeksmeting: u tekent op de ene muur 80 cm af en op de naastgelegen muur 60 cm; wanneer de diagonale afstand tussen beide punten precies 100 cm is, zijn ze haaks. Kijk op dezelfde manier of de muren loodrecht staan ten opzichte van de vloer. Met afwijkingen dient u rekening te houden in de tekening.

Van de toekomstige keuken tekent u eerst een 60 cm diep aanrechtblad, recht of met een hoek. Deel dan de hoofdfuncties in. Waar wilt u koken, waar afwassen, waar komt de koelkast en hoe hoog is die? Spoelen en afwassen vraagt om een spoelbak die 50 cm kastruimte inneemt, maar u kunt ook een dubbele van 1 meter breedte nemen.
Een ingebouwde vierpits gaskookplaat vergt een kastruimte van 60 cm. Plaats die dan, in verband met de ovendeur, niet strak tegen de zijmuur. Aan beide kanten van een functie is een werkruimte van 50 cm praktisch. Een werkblad kan altijd op de gewenste maat gezaagd worden.
Teken vervolgens welke apparatuur u nog meer in de keuken kwijt kunt. Eindig met de planning van opbergkasten, zowel onder het werkblad als aan de wanden erboven en ernaast. Schets voor alle duidelijkheid behalve een bovenaanzicht ook een vooraanzicht van het keukenblok.

2. Installeer de keuken

De keuken kan pas geïnstalleerd worden nadat een aantal voorbereidende werkzaamheden zijn afgerond. Zo moeten - met het keukenplan en het montagevoorschrift binnen handbereik - de waterleiding en waterafvoer op de juiste plaats zijn aangebracht (bij voorkeur weggewerkt in de muur). Dat geldt ook voor elektrische aansluitpunten. De gasaansluiting moet voorzien zijn van een afsluitkraan en mag niet achter de oven komen. Wijzigingen aan de installatie mogen alleen worden uitgevoerd door een erkende installateur. Het tegelwerk maakt u het eenvoudigst voor de installatie in orde.

Kasten zet u eerst zonder fronten en laden in elkaar, te beginnen met die onder het werkblad. Stel deze kastrompen waterpas en koppel ze aan elkaar. Verzorg de uitsparingen voor de aansluitpunten die in de kasten terechtkomen. Maak vervolgens het blad op maat en leg het op de onderkasten. Hang vervolgens de bovenkastjes waterpas aan duimhaken of een ophangregel. Bevat het keukenblok ook een of meer hoge wandkasten, hang de bovenkastjes dan zo hoog dat alle kasten aan de bovenkant op gelijk niveau komen. Zijn in het werkblad nog geen uitsparingen voor spoelbak en kookplaat aangebracht, maak die dan nu aan de hand van de bijgeleverde mallen. Monteer de spoelbak en de kookplaat volgens voorschrift en dicht alle randen zorgvuldig af met een ruime hoeveelheid siliconenkit. Zaag de tegelafwerkstrip op lengte en bevestig die aan het blad. Druk het blad tegen de muur en schroef het vast aan de onderkasten. Monteer de muur- of bladmengkraan.

3. Deuren en laden afstellen

Het aanbrengen van laden en deuren behoort tot de laatste werkzaamheden. Ladefronten zijn met stelschroefjes in de juiste positie af te stellen. Deurscharnieren hebben doorgaans twee schroeven. Door de achterste enkele slagen in of uit te draaien stelt u de deurtjes recht. Met de voorste zet u ze vast. Kroonlijsten, lichtlijsten en een voorzetplint zorgen voor een professionele afwerking.

N.B. Bovenstaand is zeer algemeen. De installatie van een keuken hangt sterk af van het type en de fabrikant. Altijd wordt een uitgebreid montagevoorschrift bijgeleverd.

4. Wandtegels

Voor elke toepassing verkopen bouwmarkten en speciaalzaken tegels in talloze kleuren en decoraties, variërend in dikte en afmetingen. U kunt ze recht onder elkaar aanbrengen, in een verspringend patroon, met een bijpassende sierstrook of met hier en daar een afwijkende tegel als speelse onderbreking.

Meet om te beginnen nauwkeurig de oppervlakte die u wilt betegelen en bereken het aantal benodigde tegels. Van de gangbare maat 15 x 15 cm gaan er 44 in een vierkante meter. Neem de hoeveelheid ruim in verband met breuk- en snijverliezen en let op dat elke verpakking een gelijk tintnummer heeft. Voor de voegdikte kunt u kiezen uit voegkruisjes van 2, 3 of 4 mm. Voor uitwendige hoeken bestaan er tegels met meegeglazuurde zijkanten.

Het benodigde gereedschap

Bij het betegelen van een wand zijn de volgende gereedschappen nodig: rolmaat, waterpas, stellatten, tegelsnijder, boormachine, draadzaag, punthamertje, tegeltang, lijmkam, harde spons.

De voorbereidingen

Zorg voor een vlakke, schone, droge ondergrond. Repareer scheuren en gaten met een vulmiddel. Op hout, spaanplaat, een te zachte of een erg beschadigde pleisterlaag kunt u beter eerst gipsplaten aanbrengen, die u behandelt met een voorstrijkmiddel. Verf en betonemaille maakt u vlak door er met een ruwe baksteen over te wrijven. Dient een oude tegellaag als ondergrond, gebruik dan een speciale pastalijm en laat de nieuwe voegen op een andere plaats komen dan de oude.

De positie van de eerste tegels bepaalt u met startlatten. Leg voor de wand een rij tegels neer, inclusief voegkruisjes, zodanig dat aan beide zijden dezelfde pasmaat van ten minste een halve tegel overblijft. Smokkel zo nodig iets met de voegdikte. Zet de meest linker en de meest rechter tegel overeind en bevestig hierlangs aan de buitenzijde twee verticale latten waarop u een laagverdeling (tegel + voeg) heeft afgetekend. Meet de hoogte van de opstaande tegels plus voeg en bevestig op dat niveau een zuiver horizontale lat.

De tegels aanbrengen

Maak de tegellijm aan volgens de gebruiksaanwijzing. U strijkt met een lijmkam de lijm op de muur, een vierkante meter per keer in een 3 mm dikke laag. Vanuit de hoek links- of rechtsonder brengt u rij voor rij de tegels met tussenliggende voegkruisjes aan. Neem tegels afwisselend uit verschillende verpakkingen voor een mooie kleurstructuur.

Controleer na elke laag of u exact recht blijft. Als de lijm hard is, verwijdert u de latten. Snijd de tegels voor de ontbrekende rijen op maat. Kras ze hiervoor in met een tegelsnijder of kraspen, leg ze over een dun latje en breek ze voorzichtig door. Smalle randjes breekt u na het insnijden af met een tegeltang. Betegel vervolgens de muur af en verwijder lijmresten.

Overigens maakt u uitsparingen voor leidingen en kranen met een boor en een hamer of zaag. Teken het gat af en boor rondom kleine gaatjes. Tik het rondje eruit met een punthamer en werk het gat bij met een tegeltang. Of boor binnen de lijn een groter gat en steek hierdoor een draadzaag en zaag het rondje uit. Een decoupeerzaag met een keramiekzaagje is ook geschikt.

Afvoegen kunt u na 24 uur. Wrijf de speciale specie met een harde spons diagonaal in de voegen. Verwijder na een korte droogtijd de overtollige specie met veel schoon water. Werk voegen in hoeken, vooral in natte ruimten, af met siliconenkit, nadat de hoeken zeer goed droog, stof- en vetvrij zijn gemaakt!